Geleidelijk klinken de akkoorden als de deunen die ze vanbinnen hoort. Ze ontdekt dat ze haar beroeren, die melodieën.
Ze schrijft er woorden bij. Ze mag weer creëren. Ook zonder pirouettes kan ze haar gemoed uiten. Het riekt naar nieuw geluk. Breekbaar, maar toch.
Het helpt dat echtgenoot Sef Thissen een selfmade bariton is en de puurheid van haar talent herkent. Hij is het die haar maant haar hart te volgen. Die haar sterkt in haar kunnen. En haar uitdaagt haar eerste chanson te laten horen aan een doorgewinterde professional. Aan die huisvriend, die voor lieden als Marco Borsato, Guus Meeuwis, Ruth Jacott en Liesbeth List de betere liedjes schrijft. Het is Han Kooreneef aan wie ze na lang aandringen van haar lief, met tegenzin en trillende handen aan de vleugel thuis, haar eerste zielenroerselen toevertrouwt.
Wat ze niet verwacht, gebeurt. Han is aangenaam verrast door haar compositie. En de kwaliteit van haar oorspronkelijkheid. Hij spoort haar aan meer te schrijven, door te zetten en te geloven. Zo begeesterd is hij dat hij zelfs een duet voor hen beiden schrijft.
Het ijs is gebroken. Leta laat haar twijfel los. Met deze bijval durft ze haar intuïtie te vertrouwen. Met nog meer elan laat ze haar melodieën stromen. En haar hart zingen.
“Het vuur danst nu in mij”.