Ze brengt haar chansons als walsen en tango’s, met de gratie die ’n ballerina eigen is. Met een statig verheven hoofd en tegelijk een innemend warme blik. Zelfbewust in haar element. Ze heeft niets meer te verbergen. Haar ontwapenende kwetsbaarheid maakt haar onaantastbaar.

 
Wie is Leta

De stoelen gaan aan de kant. Ze is nog maar een kleuter maar er moet gedanst worden. Dansen gaat in je aderen zitten als je moeder je die liefde bijbrengt. 

            Pas de deux met mama tussen de schuifdeuren, op muziek van Tsjaikovsky. Bewegen als een zwaan. Ballerina worden is geen doel. Het blijkt een noodzaak. Haar droom wordt waar.

            Maar dan, na tientallen jaren zegt haar lijf halt. Het kan niet meer. Ze moet haar spitzen aan de kapstok hangen. Haar wereld vergaat. Dansen is ademen voor Leta. Het is gedaan met zwaaien en zwieren. Ze staat met twee benen op de grond. 

            Ze heet echter Leta Bell. Ze weet dat het universum na het sluiten van een deur altijd een nieuw raam openzet. Ze laat haar tranen gaan en pakt zichzelf weer op uit het zwarte gat. Er schijnt wit licht door ’n kier naar binnen. 
            “Dat was toen. Dit is nu. We gaan ervoor.”

 
 
 

            Het zijn nu melodieën die vlammend dansen in haar hoofd. Ze sluimerden er al langer maar ze had ze ongemoeid gelaten. Totdat de noten hun vrijheid zochten en bevochten. Haar aangeboren scheppingsdrang heeft ruimte nodig.

            Maar hoe? Ook zingen doet ze al decennia. Maar altijd de wijsjes van anderen. De vroegere vioollessen van tante Wies bieden haar weinig houvast. En ervaring met andere instrumenten heeft ze niet. Laat staan met componeren.

            Heimelijk zet ze zich aan het klavier. Met een enkele vinger druppelt ze urgente noten op het ivoor. Een voor een. 
            Haar muzikale genen, die ook haar beroemde oom Willy Caron in zich droeg, beginnen te bruisen. Voor de aanhouder baart oefening kunst. De noten worden tonen. En de tonen akkoorden. 

            Ze heeft het nergens geleerd. Maar met stiekem vallen en opstaan lukt het ook. Dus gewoon maar doen. Zonder dat iemand er weet van heeft. Omdat het moet. Omdat zij moet. Want Leta is ongewoon gewoon. Wat erin zit moet eruit. Zo simpel is het. 

 

            Geleidelijk  klinken de akkoorden als de deunen die ze vanbinnen hoort. Ze ontdekt dat ze haar beroeren, die melodieën. 
            Ze schrijft er woorden bij. Ze mag weer creëren. Ook zonder pirouettes kan ze haar gemoed uiten. Het riekt naar nieuw geluk. Breekbaar, maar toch.

            Het helpt dat echtgenoot Sef Thissen een selfmade bariton is en de puurheid van haar talent herkent. Hij is het die haar maant haar hart te volgen. Die haar sterkt in haar kunnen. En haar uitdaagt haar eerste chanson te laten horen aan een doorgewinterde professional. Aan die huisvriend, die voor lieden als Marco Borsato, Guus Meeuwis, Ruth Jacott en Liesbeth List de betere liedjes schrijft. Het is Han Kooreneef aan wie ze na lang aandringen van haar lief, met tegenzin en trillende handen aan de vleugel thuis, haar eerste zielenroerselen toevertrouwt.

            Wat ze niet verwacht, gebeurt. Han is aangenaam verrast door haar compositie. En de kwaliteit van haar oorspronkelijkheid. Hij spoort haar aan meer te schrijven, door te zetten en te geloven. Zo begeesterd is hij dat hij zelfs een duet voor hen beiden schrijft.

            Het ijs is gebroken. Leta laat haar twijfel los. Met deze bijval durft ze haar intuïtie te vertrouwen. Met nog meer elan laat ze haar melodieën stromen. En haar hart zingen. 
            “Het vuur danst nu in mij”.

 
 
 

            Haar teksten gaan over wat haar raakt en heeft geraakt. Over het vertrek van haar vader uit haar jonge kinderjaren, en haar zoektocht naar hem. En over zijn terugkomst in haar volwassen leven. Ze hervinden elkaar, in liefde, zonder wrok. 
            Over het te vroege verlies van haar broer en dat van haar zo dierbare moeder. Nergens verzet tegen de pijn. Ze omarmt die zelfs om hem beter te doorvoelen. Omdat dat de enige manier is om verdriet te helen. 

            Roerend maar nimmer sentimenteel. Aanvaarding in verzoening is haar kracht. Nergens een verwijt. Zonder dalen immers geen bergen.
            Ze bezingt de vriendschap in en met haar leven. Als ook haar verlangens en De Grote Liefde. Ze zingt over de kostbare natuur waarvan wij allen deel zijn. En over geluk dat in de kleinste dingen schuilt. 

            Ze bezit gulle oerkracht. Onverschrokken passie. Ze haalt vrede uit verdriet en kracht uit liefde. Ze houdt van mensen. En kust het leven. Dat is een geschenk, zegt ze. Aan de dood heeft ze maling. 
            Ze is waarachtig. Altijd wie ze is. Op de bühne dezelfde als aan de keukentafel. Gewoon Leta.

 

            Alles is ongekunsteld aan haar teksten, puur als zijzelf. Ze zingt niet om te behagen, ambitie zegt haar niets. Ze wil slechts haar hartstocht en haar vreugde delen, zodat anderen die in zichzelf herkennen. 
            Met haar kwetsbaarheid toont ze ons een spiegel. 
            “Maak fouten, wees breekbaar en durf te leven.” 

            Ook als ze eindelijk haar album kan maken durft ze broos en kwetsbaar te zijn. Ze kiest niet voor een gelikt verfijnde studioproductie, maar voor een ‘live’ registratie. Met alle risico’s van dien. Want dat is onvervalst. 
            “Dit ben ik, nu, hier in dit moment.”
            Aan de musici om haar heen zal het niet liggen. Ze behoren tot Neerlands crème de la crème. Maar zelfs van deze routiniers vraagt ze betrokkenheid. Staan ze achter haar, dan zijn ze welkom.

            De zaal is uitverkocht. 
            Ze brengt haar chansons als walsen en tango’s, met de gratie die ’n ballerina eigen is. Met een statig verheven hoofd en tegelijk een innemend warme blik. Zelfbewust in haar element. Ze heeft niets meer te verbergen. Haar ontwapenende kwetsbaarheid maakt haar onaantastbaar. 

 
 
 

            Je hebt van die ruwe diamanten die slijpen zichzelf. Door de wrijving waaraan ze blootstaan. Hoe harder de weerstand, hoe stralender de glans.
            Leta Bell is zo’n fonkelende edelsteen. Geslepen door ervaringen.  Gepolijst door de lessen op haar pad. De liefdes én de verliezen. Ze maakten haar niet bitter. 

            Leta zwaait weer en ze zwiert. Ze viert het leven lief.
            Ze tart je, beroert je en omhelst je. Ze verleidt, ze steekt en ze heelt je. Ze neemt je mee of je wilt of niet. 

Aad Lips